The Game, speel … zolang je kunt!

Tijdens het spel ontstaan in het midden van de tafel vier stapels met kaarten. Twee stapels stijgen in waarde (1-99) en twee stapels dalen in waarde (100-2). De spelers spelen samen tegen het spel en proberen zoveel mogelijk kaarten, in het beste geval all 98, af te leggen op de vier stapels.

 

Kaarten spelen

In een stijgende stapel moeten de gespeelde kaarten steeds hoger in waarde zijn. De sprongen tussen opeenvolgende kaarten mogen zo groot of klein zijn als je wilt. Bijvoorbeeld 3, 11, 12, 13, 18, 20, 34, 35, 51. Of 2, 7,19,25,28,29,49, enz. Probeer de sprongen zo klein mogelijk te houden, zodat er meer kaarten gespeeld kunnen worden. 

Belangrijk: Voor de overzichtelijkheid worden de kaarten niet op de startkaart gelegd, maar in een stapel ernaast. Zo ontstaat tijdens het spel naast elke startkaart een stapel waarvan steeds alleen de bovenste kaart zichtbaar is. 

Bij een in waarde dalende stape is het juist andersom. De gespeelde kaarten moeten dus steeds lager in waarde zijn. Bijvoorbeeld 94, 90, 78,61,§à,57. Of 98, 97, 88, 83, 81, enz.

Aanbieding!

Oorspronkelijke prijs was: € 11,95.Huidige prijs is: € 10,00. inc. Vat

6 op voorraad (kan nabesteld worden)

 

Voorbereiding van het spel

Leg de vier startkaarten onder elkaar in het midden van de tafel. Schud de 98 speelkaarten. In een spel met 3, 4 of 5 spelers krijgt iedere speler 6 kaarten. In een spel met 2 spelers krijgen beide spelers 7 kaarten. Speel je alleen, dan krijg je 8 kaarten. Kaarten worden op hand genomen. Leg de overgebleven speelkaarten in een gedekte trekstapel links van de startkaarten.

Spelverloop

Bepaal, nadat alle spelers hun kaarten bekeken hebben, de startspeler. Vanaf de startspeler wordt met de klok mee gespeeld. De speler die aan de beurt is moet minstens twee kaarten uit zijn hand spelen. Hij speelt deze kaarten op een stapel naar keuze, recht van de startkaarten. Een speler mag meer dan twee kaarten spelen, hij mag zelfs al zijn kaarten spelen. De kaarten worden één voor één gespeeld. De speler bepaalt zelf steeds op welke stapel hij een kaart speelt (volgens de regels voor kaarten spelen). De speler kan alle kaarten op dezelfde stapel spelen, of naar keuze op verschillende stapels.

Voorbeeld: Arno is aan de beurt. Hij speelt een kaart op de bovenste stijgende stapel, vervolgens twee kaarten op de andere stijgende stapel en als laatste een kaart op de onderste dalende stapel.

Aan het einde van zijn beurt, trekt de speler kaarten van de trekstapel totdat hij weer precies 6 kaarten (bij drie, vier of vijf spelers), 7 kaarten (bij twee spelers) of 8 kaarten (als je alleen speelt) in zijn hand heeft. Daarna is de volgende speler aan de beurt.

Voorbeeld: Nadat Arno vier kaarten gespeeld heeft, beëindigd hij zijn beurt door vier kaarten van de trekstapel te pakkenen deze op hand te nemen.

 

De achteruit truc!

Tijdens het spel worden de vier stapels onvermijdelijk groter, omdat er steeds meer kaarten op komen te liggen. De eerder beschreven regels voor kaarten spelen blijven van kracht, met één uitzondering: de speler die aan de beurt is heeft de mogelijkheid “achteruit” te spelen en wel met precies de waarde 10. Dit gaat als volgt:

  • Op een stijgende stapel mag een speler, die aan de beurt is, een kaart leggen die precies 10 lager in waarde is.
    Voorbeeld: Normaal gesproken moet op deze stijgende stapel een kaart gespeeld worden die hoger is dan 47. Mike is aan de beurt. Hij heeft de 37 in zijn hand en mag deze kaart op de stapel spelen, omdat de kaart precies lager in waarde is.
  • Op een dalende stapel mag een speler, die aan de beurt is, een kaart leggen die precies 10 hoger in waarde is.
    Voorbeeld: Normaal gesproken moet op deze dalende stapel een kaart gespeeld worden, die lager is dan 65. Julia is aan de beurt. Zij heeft de 75 in haar hand en mag deze kaart op de stapel spelen, omdat de kaart precies 10 hoger in waarde is.

Opmerking: Een speler mag tijdens zijn beurt meerdere malen de achteruit truc toepassen, zelfs op verschillende stapels. Een speler zou bijvoorbeeld eerst een kaart op de normale manier kunnen spelen, vervolgens de achteruit truc toepassen, dan weer twee kaarten op de normale manier spelen, dan opnieuw de achteruit truc toepassen, dan weer een kaart op de normale manier spelen, enzovoorts.

Wat besproken mag worden

Tijdens het spel mogen de spelers nooit naar de exacte waardes van de speelkaarten vragen of hun eigen kaarten prijsgeven. Het noemen van de waardes in je hand is strikt verboden! Daarbuiten is alle communicatie toegestaan, zoals bijvoorbeeld “speel alstublief niet op de onderste stapel” of “op deze stapel alleen nog een kleine sprong maken”.

 

Einde van het spel

Als de trekstapel op is wordt doorgespeeld zonder dat er nieuwe kaarten getrokken kunnen worden. Belangrijk: Vanaf dat moment hoeven de spelers tijdens hun beurt slecht één kaart (of als ze willen meerdere) te spelen. Als een speler vervolgens zijn laatste kaart gespeeld heeft, spelen de andere spelers zonder hem verder (hij wordt overgeslagen als hij aan de beurt zou zijn). Het spel eindigt direct als een speler aan het begin van zijn beurt niet meer het voorgeschreven minimum aantal kaarten kan spelen terwijl hij nog kaarten op hand heeft (dus twee kaarten als er nog kaarten in de trekstapel zitten of één kaart, als deze op is) of als alle kaarten gespeeld zijn.

Hoe goed waren de spelers? Als het spel afgelopen is, wordt geteld hoeveel kaarten in totaal niet gespeeld zijn, dat wil zeggen de overgebleven handkaarten van alle spelers plus eventuele overgebleven kaarten in de trekstapel. Een resultaat onde de 10 is fantastisch. Als alle 98 speelkaarten zijn, beheers je het basisspel – en kun je het de volgende keren moeilijker maken met de expertregels.

 

Voor experts

Alle beschreven regels gelden in deze variant. Alleen moet iedere speler nu 3 (in plaats van 2) kaarten per beurt spelen. Om het spel nog uitdagender te maken, kan ook nog het aantal handkaarten met 1 verlaagd worden. Bij drie, vier of vijf spelers dus maar 5, bij twee spelers naar 6 en als je alleen speelt naar 7.

Spelontwerp: Steffen Benndorf
Grafisch ontwerp: Oliver en Sandra Freudenreich
Nederlandse vertaling: Jeroen van der Valk
Eindredactie: Jeroen Hollander